Wednesday, February 1, 2012
mensenhandel op de beurs
Deze lente vindt de meest populaire en lucratieve deal in mensenhandel ooit plaats: Facebook gaat naar de beurs. Volgens de Wall Street Journal is het nog slechts een kwestie van formaliteiten voordat het in de lente gebeurt. De stap naar de beurs zou voor facebook een waardering betekenen van 75 tot 100 miljard dollar. Een astronomisch bedrag, maar dat is kennelijk de waarde die 750 miljoen online identiteiten van over de hele wereld genereren door het delen van lief, leed en likes.
Even een rekensommetje: 75 miljard dollar voor 750 miljoen gebruikers = 100 dollar per gebruiker. Blijkbaar is de informatie die we delen en de de mate dat we ons openstellen voor advertenties voor bedrijven en verkopers gemiddeld 100 dollar waard per persoon. Dat klinkt duur, maar eigenlijk valt dat wel mee als je bedenkt dat een enorm aantal superconsumenten (jongeren) een tweede leven lijkt te leiden in een community waar ‘echte vriendschap’ nog nooit zo makkelijk is geweest.
Want we facebooken vaak en veel. Hoe vaak en hoe lang we inloggen verschilt enorm, maar een gemiddelde gebruiker blijft per bezoekje zo’n 20 minuten hangen. Bij fanatieke gebruikers loopt het op tot 20 uur per week. Als ik rond kijk in de universiteitsbibliotheek is minimaal eenvijfde van de schermen blauw-wit. Mijn generatie leeft daar een leven dat nooit slaapt en altijd te-gek is, altijd toegankelijk en interessant. Ook wanneer er gestudeerd moet worden.
Als je bedenkt hoe facebook het mentale leven van sommigen heeft overgenomen is 100 dollar echt een schijntje. We checken in op A-locaties, maken foto’s die meteen gepost worden en delen intieme statusupdates. Het clean Facebooklogo vind ik intussen beklemmend: Big brother is watching us - and he can- because we desperately want our fifteen minutes of fame.
Facebook niet de oorzaak van, maar wel machtig en vet geworden door de trend van alles-voor-de-buren 2.0, die Zuckerberg likkebaardend aanschouwt: personal branding. Online zijn we niet onszelf maar een merk dat we in de markt moeten zetten. Dat is rationeel op professioneel vlak- maar als het doortrekt naar het persoonlijke leven wordt het eng. Helaas, het gebeurt, kijk om je heen. Ingecheckt, getagd en likend lijken we geleefd te worden door ons nooit slapende alterego. Dansend in een club maken bekenden zich zorgen of er wel een merk-waardige foto online verschijnt. Gelukzalige terrassjes tellen niet als het niet gezien wordt door de anderen -online- op facebook. Wat heb je nog aan een mooie nieuwe schoenen of een nieuwe coupe als niet al je ‘vrienden’ direct kunnen bewonderen hoe sexy jij er mee uitziet?
Functioneren terwijl je jezelf voorturend digitaal brandmerkt heeft consequenties. We willen geliked worden door zoveel mogelijk mensen en bouwen daarom aan een sterk merk. We delen ons, geven een stukje weg: de sociale prijs die betaald wordt om nooit alleen te zijn. En vanaf de lente delen we ons niet alleen met facebook, maar ook met de beurs. Als straks ons merk verouderd is vragen we ons af, versnipperd in tienduizend aandelen: ‘maar, wie ben ik eigenlijk?’.
Die 75 miljard wordt verdiend met mensenhandel -nouja - zorgvuldig opgebouwde identiteitenhandel. De dealer, Zuckerberg & co, zijn meerdere malen beschuldigd van schending van privacywetten. Maar ze komen er mee weg, handenwrijvend om onze onzekerheid en geldingsdrang. Desperate geven wij ze meer, meer – om ons eigen bestaan te bevestigen.
De aandelen Facebook zouden beter verdeeld kunnen worden over de gebruikers. Ze werken er zo hard voor. Maar zoals altijd: de dealer is slimmer en heeft ons mooi gepaaid. Niet met spiegeltjes en kralen maar met ego, eeuwige roem en vriendschappen. Verwoed bouwen we aan ons eigen merk – daarmee langzaam ons zelf verliezend - en genereren handel voor Zuckerberg.
Recentelijk heb ik mezelf uitgekocht, voor een heel schappelijk sociaal prijsje. Wat leverde het op? Vrijheid. Voor mij nooit meer facebook, al kreeg ik 100 dollar toe.
Subscribe to:
Posts (Atom)